Slaapwandelen komt vrij vaak voor, meestal bij kinderen, incidenteel hebben volwassenen hier ook last van. Slaapwandelen begint altijd tussen slaapstadium drie en vier.
Nadat een slaapwandelaar uit bed komt kan die kleren gaan aantrekken, rondlopen of gewoon stil blijven staan. Slaapwandelaars keren gewoonlijk na een tijdje terug naar hun bed om weer verder te slapen. Tijdens het slaapwandelen is men in staat om obstakels te vermijden en te reageren op aanwijzingen van mensen die wel wakker zijn. Slaapwandelaars wakker maken is niet gevaarlijk, wel erg lastig; het beste kun je een slaapwandelaar voorzichtig naar bed begeleiden. De volgende dag weet een slaapwandelaar over het algemeen niets meer van wat er gebeurd is die nacht. Het enige wat hen er aan kan herinneren Slaapwandelaars spullen die op andere ‘vreemde’ plaatsen in de kamer liggen.
Slaapwandelen gaat meestal vanzelf over naarmate kinderen ouder worden.
Terug naar slaapstoornissen